Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Opdat ik [9]aanschouwe het goede Uwer uitverkorenen; opdat ik mij verblijde [10]met de blijdschap Uws volks; [11]opdat ik mij beroeme [12]met Uw erfdeel. 9. Hebr. zie in het goede; gelijk hfdst.27 vs.4, en hfdst.34 vs.13; zie de aantekening bij hfdst.22 vs.18. 10. Dat is, met zulke vreugde en blijdschap als zich uw volk verheugt, wanneer Gij hun lichamelijke of geestelijke weldaden bewijst. 11. Te weten, in den Heere, gelijk hfdst.34 vs.3. 12. Dat is, met het volk, hetwelk Gij tot uw erfdeel hebt aangenomen: hfdst.28 vs.9.